Vitaliteit is mannelijk en vrouwelijk.

 

 

Vitaliteit kun je vergelijken met een zak knikkers die naast je bed staat. Je staat op, neemt je zak knikkers en gaat er mee spelen totdat de zak leeg is. En als die zak leeg is en je wilt verder spelen dan doe je dat op de pof. In de hoop dat je jouw knikkers weer terug krijgt. Maar helaas, je komt maar al te vaak in de min, in de schuld. Je zin om te spelen verdwijnt.

Als je zin verdwijnt is dat moeilijk te verteren. Je mist energie, levensenergie. Zo kun je ervaren dat vitaliteit heel erg samenhangt met seksualiteit. Want seksualiteit gaat over zin, over bevrediging.

 

Dieren hebben geslachtsdrift, mensen hebben een verfijnder zintuig. Zij hebben zin. Ze hebben overal zin in. Eten, drinken, vrijen, spelen, werken, dansen, noem maar op. Als je kunt doen waar je zin in hebt, dan bruis je van energie. Als je iets moet van een ander, is de zin weg. Het is dus van het grootste belang dat je komt tot je eigen zinnen, tot je eigen zingeving. Dan kun je zeggen aan het einde van de dag:” Ik ben bevredigd” of “ik ben tevreden.” Dan heb je zin gegeven aan je dag. Je hebt een zinvolle dag gehad.

Wij zijn scheppende mensen, we mogen onze mannelijke en vrouwelijke principes kenbaar maken.

Zo maken we cultuur en is kunst één van de grootste peilers van de menselijke beschaving.